En quoi consiste la participation libre?

Au lieu de faire un échange travail – argent, je vous invite à participer à amener la CNV dans le monde et de créer un flux de générosité au lieu d’échange obligatoire.

Cela n’a cependant rien à voir avec la “gratuité”. Je vous invite à participer à l’expérience de la participation libre et à faire partie de ce qui rend ce que je donne et ce que vous recevez et vice versa durable pour nous tous.

Pour déterminer le montant avec lequel vous voulez participer vous pouvez vous basez sur le montant que je demandais l’année passée: 175 euro.

Ou suivez le guide suivant :

– Tout d‘abord l‘invitation à faire confiance à votre intuition

– Sentez pleinement ce qu‘il vous est possible de donner sans aller au-delà de ce qui est viable pour vous. Ensuite, vérifiez en vous-même s‘il y aurait du ressentiment si vous donniez ce montant. Si oui, réduisez-le, sinon, augmentez le chiffre dans votre esprit et voyez comment vous réagissez

corporellement à cela…

– Garder à l‘esprit que vous êtes la.le bienvenu.e aussi sans participation financière

– Lorsque vous vous sentez à l‘aise avec le montant trouvé, c’est que c’est bon! 🙂

Nonviolent Action on the level of language

Making of the backdrop for the next workshop on how the domination/submission system in which we live is responsible for climate change and more important here and now: how can we no longer sustain the domination/submission system by committing to Nonviolent Action on the level of language.

You can’t meet everyone’s needs but all needs matter

I posted this phrase on facebook and someone replyed: What to do?

So here’s the short answer: hold everyone’s needs dear by recognising them. 

Here’s the slightly longer answer: in The School of Empathy we explore a space in which we hold on to our needs while not losing sight of those of others. 

Here are two examples that hopefully will get that more clear: 

one from the space we grow up in. How in our society we are used to using language and what it is based on, and two: an example from the space we explore in The School of Empathy. 

So let’s start with what we grow up in our society: imagine a couple of parents, picking up their kid at a friend’s place. Their kid does not want to leave, she would like to sleep over, but the next day the family leaves very early for a vacation, and the parents want the child to come home with them. In our society we tend to explain things or use moralizing language: “what are you coming up with now? you know we’re leaving early tomorrow on vacation, don’t you want to go? Or “you’ll go to bed way too late and be overtired” or “you should have said that earlier” or “be a nice girl and take your stuff”…. and so on and so forth.

In fact, the parents talk about their fears: it’s going to be complicated, she’s going to be tired, … or shame their kid with abstract principles like being nice.

In the space we explore in The School of Empathy, first off all we recognize needs. That’s how we connect with others. Even though I can’t meet your need right now, it still matters to me. This could go like this: daughter: “I want to stay here for the night”. Parent: “you would like to continue playing and having fun with your friend”…. “Yes, and what are we going to do on that camping anyway?…” “Ok, you’d like to have fun on vacation as well and you´re worried that you´re going to be bored out of your mind with only adults around?” “yes, adults always talk and talk and talk…” “you would like some company with whom you can share your stuff?”… 

When we engage into a need based dialoog and when over the course of this dialogue we get the needs clear, we open up a field of possible other strategies to fulfill everyone’s needs. In our society we tend to hold on to our strategies. In The School of Empathy we are tenacious to our needs and flexible in our strategies. The form a fulfilled need takes in the material world is secondary. We prioritize the connection we make with others and we do that on the need level, which is to my knowledge the closest we come verbally to the universal energie that connects us all.

De Jackhals en de giraf

Marshall Rosenberg heeft 2 dieren gekozen als symbool voor de taal die we over het algemeen geleerd hebben, en voor de taal van de verbinding.

De jakhals symboliseert de taal die we over het algemeen geleerd hebben: we zijn in ons hoofd, rationeel en logisch. De jakhals leeft laag tegen de grond en ziet niet veel verder dan zijn neus lang is. Zijn visie is beperkt en daardoor is hij vaak angstig en leeft hij in spanning. Om zijn angst te bezweren probeert hij macht uit te oefenen: daarvoor gebruikt hij oordelen, verwijten, hij wil achterhalen wie juist en wie fout is, wie gelijk heeft en wie niet, hij  straft en beloont of hij onderwerpt zich en keert het geweld naar zichzelf.

Voor de taal van de verbinding heeft Marshall Rosenberg de giraf als symbool gekozen. De giraf heeft een lange hals waardoor ze ver kan kijken en een overzicht van 360 graden heeft. Ze kan de consequenties van haar gedrag zien. Achter oordeel en kritiek hoort de giraf gevoelens en behoeften. Ze heeft het grootste hart van alle landdieren. Ze spreekt dan ook uit het hart in plaats van te vertellen wat ze vindt van dingen en welke conclusie ze getrokken heeft over andere mensen zoals: lui, dom, slim, een dief, niet te vertrouwen, wel te vertrouwen….

Dezelfde feiten kunnen dus op verschillende bewustzijnsniveaus ervaren worden.

Jakhals: macht over, statisch, angstig, leeft in het verleden of de toekomst: ik had de laatste keer iets moeten zeggen… maar nu is het te laat… ik kan daar toch niet op terug komen… de volgende keer zeg ik wel iets…, oordeelt, labelt, verwijt, uit kritiek, zoekt schuldigen, legt moraal op, zo moet het, straffen, belonen, wil achterhalen wie gelijk en wie ongelijk heeft en zijn zin krijgen. Of de jakhals onderwerpt zich: zegt niks, geweld keert zich naar binnen,…

Giraf: macht met, dynamisch, vertrouwensvol, vasthoudend aan haar behoefte en flexibel met de strategie om die te vervullen, gefocust of de strategie, leeft in het nu, probeert te begrijpen, bewustzijn dat alles steeds in verandering is, kan zichzelf in vraag stellen, neemt eigenaarschap op voor haar gevoelens (gaat ervan uit dat gevoelens door behoeften ontstaan), leeft vanuit het bewustzijn van behoeften, vindt de behoeften van iedereen even belangrijk, verbinding is prioriteit.

Let´s move

“We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt” zei Einstein. We kunnen de wereld niet veranderen met een manier van spreken die ontstaan is uit een systeem van dominantie. Om sociale verandering te implementeren hebben we een manier van spreken nodig, die het mogelijk maakt om hiërarchie en macht over om te zetten naar horizontaliteit en macht met. Een taal die mee beweegt met wat is.

2 uur in de klas met Verbindende Communicatie

We zijn in 2050. Annick legt aan de klas uit hoe mensen in 2019 communiceerden.

Aan het einde van de dag gaan de leerlingen via een (symbolische) deur terug naar 2019. Ze leren de mensen daar de taal van de verbinding spreken of de taal van de empathie… in elk geval een taal voor een superdiverse maatschappij. Een keer per week gaat het deurtje open en Annick drukt elke leerling de hand als verwelkoming en vraagt, “Hoe was het…?”, “Alles in orde?”. Sommige leerlingen rollen met hun ogen en zeggen dat het wel erg was en anderen zeggen dat ze blij zijn om hun ervaringen zo meteen te kunnen delen met de klas.

De kinderen groeten elkaar met de zin: “Jij hoort bij ons” en praten door elkaar en vertellen  allemaal dingen alsof ze elkaar dagen niet gezien hebben. 

In een kastje nemen ze 2 stapels kaarten. Op de ene stapel kaarten staan gevoelens en op de andere behoeften. De kaarten worden onder de leerlingen verdeeld.

“Wil iemand delen wat hij/zij beleefd heeft in 2019?” vraagt Annick en iedereen gaat voor de dansvloer zitten die op de grond ligt. De dansvloer is een ruimtelijk model van Verbindende Communicatie. Kaarten op de vloer met de verschillende stappen beelden het proces uit: observatie, gevoelens, behoeften en verzoeken.

Susanne staat op en gaat op de dansvloer staan. De anderen kijken vol spanning. 

“Ik was in het park… en er kwam een kind naar me toe en zei: “Jij bent dik”” .

Susanne staat op het veld OBSERVATIE terwijl dat ze dat vertelt.

De kinderen bestuderen de kaarten die ze in de hand houden. Susanne gaat nu op het veld GEVOELENS staan.

“Ik heb er een” roept iemand: “Was je verrast?”. De kaart wordt op de grond gelegd, zodat iedereen ze kan zien. “Hmmm… ook, maar…” “Ik zou daar toch verdrietig van worden” zegt een ander kind en legt een kaart waar verdriet op staat op de grond.

De kaarten hebben de kinderen aan het begin van het schooljaar zelf gemaakt. 

Er zijn 4 groepen; verdrietig, angstig, blij en boos. Daaronder vallen gevoelens als onzeker, verrast, blij, vrolijk, verdrietig, eenzaam, teleurgesteld, bezorgd, gespannen, onrustig, vredig, kalm, voldaan, bang, ongerust, opgewonden, enthousiast, warm, gefrustreerd, dankbaar, speels, woedend, nieuwsgierig, moedeloos, …

Na een tijdje liggen er 4 kaarten met gevoelens op de grond: verrast, verdrietig, gespannen en onzeker.

“Ja” zegt Susanne “ik werd er onzeker van. Ik dacht dat ik misschien echt wel te dik ben”…

Susanne weet dat dit een oordeel over zichzelf is en gaat aan de andere kant staan, daar waar de kaarten liggen die uitleggen hoe er in 2019 gesproken werd:

OORDELEN, ZICHZELF VAN ALLES VERTELLEN, STRATEGIEËN EN EISEN.

Ze staat nu op de kaart OORDELEN om haar oordelen te verwelkomen. 

“Als ik mezelf vertel dat het wel waar is wat de andere zegt, word ik helemaal moedeloos”.

Susanne gaat nu op het veld BEHOEFTEN staan….

De andere leerlingen weten dat ze nu graag naar haar behoeften wil zoeken. 

Hier enkele behoeften die op de kaarten staan:

“ertoe doen, gezien worden, zichzelf kunnen zijn, empathie geven en ontvangen, bekwaamheid, leren, zich kunnen ontwikkelen, ontdekken, keuze, autonomie, vrijheid, zelfexpressie, creativiteit, veiligheid, vertrouwen, delen, gezelschap, vrienden, erbij horen, gehoord worden, anderen begrijpen, jezelf begrijpen, begrepen worden, hulp, samenwerking, spelen, plezier, rust, ontspanning, fysiek welzijn, eerlijkheid, liefde, verbinding, …”

Deze keer nemen de kinderen de kaarten met behoeften en raden weer welke behoefte bij Susanne niet vervuld zou kunnen zijn… 

Veiligheid spreekt Susanne aan… ze wil graag in veiligheid haar plaats in de wereld kunnen innemen. 

Als de gevoelens en behoeftes geïdentificeerd zijn, haalt Susanne haar “identiteitskaart” uit.

Om te kunnen reizen in de tijd heb je een “fluide identiteitskaart”. Want we veranderen en evolueren. Daarom is het geen statische maar wel een fluide identiteit, net zoals Verbindende Communicatie een fluide taal is. Ze is niet statisch zoals oordelen die ons in hokjes stoppen: 

“je bent dom”…. Alsof dat iets voor altijd is. Je had misschien een 4/10 op je laatste wiskundetoets… dat is een observatie en sluit niet uit dat het de volgende keer anders is.

Susanne schrijft het datum en het gevoel en behoefte op haar identiteitskaart.

Bij de nabespreking vertellen andere kinderen dat ze ook soms behoefte hebben aan veiligheid of zo mogen zijn als je bent, onvoorwaardelijk geaccepteerd te worden…Ja, dat herkent iedereen wel.

Op het einde van de 2 uren duiken de kinderen weer door de poort, terug naar 2019.

We zijn benieuwd wat we ons de volgende keer te vertellen zullen hebben.

Verbinding

Het mobiele symboliseert de klas, de groep.

Door het mobiele wordt zichtbaar hoe we allen met elkaar in verbinding staan: als je een onderdeel beweegt komt het ganse mobiele, het ganse systeem in beweging.

Foto van een workshop gegeven met de samenwerking van Argos & Atheneum Anderlecht, 2018

hoe we een conflict zien in The school of empathy

“We (in de westerse cultuur) say: “the tree died”, and it seems to make sense. But would it be possible to speak about that event in a way that acknowledges that what we really have is just a conversion of matter into a different form and to other uses, with its essential energy-or spirit-remaining undiminished?

Further, what if all creation was understood to participate in this constant transformation, wether it was a mosquito turning into frog food two days into its four-day lifespan or a cliff becoming a sand beach over eons? Our way of speaking disconnects segments of the transformation process, freezes them with labels like “tree”, admires them as long as they stay within this label, then laments their “dead” as soon as they pass on to a different form. In reality the only death has been the noun-shape we created ourselves.

“Returning to the teaching”, Rupert Ross (p.122).
 

Het boek gaat over het rechtssysteem van de inheemse bevolking in Canada.

In onze maatschappij denken we: een conflict moet zo snel mogelijk opgelost worden en als de oplossing succesvol toegepast wordt, dan is het conflict weg. Je gaat van een statische toestand naar een andere statische toestand. Daarvoor gebruiken we de statische taal. Als we deze manier van conflicten hanteren, blijven er vaak resten hangen die op gegeven moment weer aan de oppervlakte borrelen en duidelijk maken dat het conflict niet weg is.

Bijvoorbeeld in de kindertuin: een kind bijt het andere. Het gebeten kind schreeuwt het uit. Er ontstaat een conflict. Een volwassene komt erbij en geeft aan: bijtend kind slecht, gebeten kind goed. We hebben een schuldige en een slachtoffer. De schuldige moet zich verontschuldigen maar wil dat niet, ervaart dat als een vernedering, spartelt tegen. Als de schuldige niet meewerkt, wordt hem/haar pijn toegevoegd (valt onder de term straffen). Of de schuldige werkt  wel mee en verontschuldigt zich. In beide gevallen hebben we een oplossing toegepast en we gaan ervan uit dat het conflict opgelost is. Gezien de schuldige nog altijd geen idee heeft welke onvervulde behoefte hem/haar ertoe bracht om iemand anders te bijten, zal hij/zij geen andere strategie kunnen ontwikkelen en zal hij/zij uiteindelijk weer dezelfde strategie toepassen en iedereen is verbaasd.

We kunnen een conflict ook bekijken als een vorm van energie. Energie verdwijnt nooit, ze verandert alleen maar. De verbinding helpt ons om de energie van een toestand naar een andere te brengen. We proberen niet iets te laten verdwijnen, maar we creëren iets nieuws en in dit proces heeft alles zijn functie. Het conflict vertelt ons dat er een onevenwicht is en door het transformatieproces brengen we weer evenwicht en hebben we de kans om te groeien en een strategie te vinden die de behoefte van iedereen vervult.