De Jackhals en de giraf

Marshall Rosenberg heeft 2 dieren gekozen als symbool voor de taal die we over het algemeen geleerd hebben, en voor de taal van de verbinding.

De jakhals symboliseert de taal die we over het algemeen geleerd hebben: we zijn in ons hoofd, rationeel en logisch. De jakhals leeft laag tegen de grond en ziet niet veel verder dan zijn neus lang is. Zijn visie is beperkt en daardoor is hij vaak angstig en leeft hij in spanning. Om zijn angst te bezweren probeert hij macht uit te oefenen: daarvoor gebruikt hij oordelen, verwijten, hij wil achterhalen wie juist en wie fout is, wie gelijk heeft en wie niet, hij  straft en beloont of hij onderwerpt zich en keert het geweld naar zichzelf.

Voor de taal van de verbinding heeft Marshall Rosenberg de giraf als symbool gekozen. De giraf heeft een lange hals waardoor ze ver kan kijken en een overzicht van 360 graden heeft. Ze kan de consequenties van haar gedrag zien. Achter oordeel en kritiek hoort de giraf gevoelens en behoeften. Ze heeft het grootste hart van alle landdieren. Ze spreekt dan ook uit het hart in plaats van te vertellen wat ze vindt van dingen en welke conclusie ze getrokken heeft over andere mensen zoals: lui, dom, slim, een dief, niet te vertrouwen, wel te vertrouwen….

Dezelfde feiten kunnen dus op verschillende bewustzijnsniveaus ervaren worden.

Jakhals: macht over, statisch, angstig, leeft in het verleden of de toekomst: ik had de laatste keer iets moeten zeggen… maar nu is het te laat… ik kan daar toch niet op terug komen… de volgende keer zeg ik wel iets…, oordeelt, labelt, verwijt, uit kritiek, zoekt schuldigen, legt moraal op, zo moet het, straffen, belonen, wil achterhalen wie gelijk en wie ongelijk heeft en zijn zin krijgen. Of de jakhals onderwerpt zich: zegt niks, geweld keert zich naar binnen,…

Giraf: macht met, dynamisch, vertrouwensvol, vasthoudend aan haar behoefte en flexibel met de strategie om die te vervullen, gefocust of de strategie, leeft in het nu, probeert te begrijpen, bewustzijn dat alles steeds in verandering is, kan zichzelf in vraag stellen, neemt eigenaarschap op voor haar gevoelens (gaat ervan uit dat gevoelens door behoeften ontstaan), leeft vanuit het bewustzijn van behoeften, vindt de behoeften van iedereen even belangrijk, verbinding is prioriteit.